Op bed ligt een vrouw. Voorzichtig gaat Kitty op de rand zitten.
“Ik ga voor je zingen,” zegt Kitty. “Vind je dat leuk?”
De vrouw pakt Kitty’s hand en drukt deze tegen haar gezicht.
Ze begint dingen te vertellen die Kitty niet verstaat. Ondertussen houdt ze met haar ene hand Kitty’s arm tegen zich aan gedrukt, terwijl ze met haar andere hand aan Kitty’s jurk friemelt. Af en toe glimlacht ze naar Kitty en praat dan nog wat terwijl ze in het onzichtbare staart.
Als ze Kitty loslaat, zingt Kitty voor de vrouw en neemt daarna afscheid.
“Tot ziens!” roept de vrouw en ze zwaait Kitty uit.
Een vrouw in de woonkamer heeft de krant op schoot. Kitty hurkt naast haar en de vrouw pakt Kitty’s arm.
“Je bent koud,” zegt de vrouw.
“Ja ik heb geen mouwen,” zegt Kitty.
“Nou,” zegt de vrouw, “je hebt er wel vier!” zegt de vrouw en ze telt de stroken van Kitty’s jurk.
“Weet je wie de man op deze foto’s is?” vraagt Kitty.
“Trump,” leest de vrouw van de krant.
“Wat zou dat voor man zijn?” vraagt Kitty.
“Ik weet het niet. Ik ken hem niet,” zegt de vrouw.
“Maar jij hebt een neus voor mensen, hoe die zijn bedoel ik,” zegt Kitty.
“Dat is lief,” zegt de vrouw. “Nou, hij is intelligent maar niet sympathiek,” zegt de vrouw. “Maar nu ga ik je hand kriebelen!”
“Dat zou Trump nou nooit doen,” zegt Kitty.
De vrouw lacht. “Jij mag hem echt niet hè?”
Aan de arm
Bladwijzer de permalink.