Armoe


“Soepgroente,” mompelt de vrouw als ze wakker wordt.
Ze kijkt Kitty aan.
“Ach deerntje, soepgroente, andijvie, spinazie en bonen,” zegt de vrouw.
“Wat gezond,” zegt Kitty. “Gaan we die kopen?”
“Ach deerntje,” zegt de vrouw. “Dat kost wat in de winkel. Bij die smeerlappen.”
“Wat moet ik dan?” vraagt Kitty.
“We hebben spinazie, andijvie en bonen,” zegt de vrouw. “En soepgroente. Ze staan in de rij. Maar dan zingen we een liedje: hallo hallo, wie is daar op de radio! En iedereen is blij.”
“Dan koop ik dat ook bij jullie,” zegt Kitty.
“Deerntje, bestel het maar bij mijn man,” zegt de vrouw. “Die heeft alles.”
“Had je ook een fijne jeugd?” vraagt Kitty aan een andere vrouw.
“Nee,” zegt de vrouw. “Geen tijd, geen ruimte, geen stoelen.”
“Daar moeten we maar niet meer aan denken dan,” zegt Kitty. “Zingen is leuker.”
“Doe maar niet,” zegt de vrouw.
Kitty zet een liedje in. Dan snapt de vrouw het en ze zingt vrolijk mee.
Kitty neemt netjes afscheid. De vrouw grijpt Kitty’s arm.
“Ga je wèg?” vraagt ze. “Het was zo mooi.”
“Ik kom wel weer bij jou,” zegt Kitty.
“O, leuk,” zegt de vrouw. “Ik schrok zo!”
Kitty loopt op een vrouw af en de vrouw steekt haar armen naar haar uit. In slow-motion rent Kitty naar de vrouw en omhelst haar.
“Ben je er nu pas!” zegt de vrouw. “Ik heb zo lang gewacht.”
“Duurde het zo lang?” vraagt Kitty. “Ik was je niet vergeten!”
De vrouw kijkt Kitty aan. “Heel mooi, die strik op je hoofd,” zegt ze.
“Als de piek op de kerstboom,” zegt Kitty.
De vrouw barst in lachen uit en kijkt haar buurvrouw aan.
“Ken je die?” vraagt de vrouw, wijzend naar Kitty. “Nee? Ik ook niet.”

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *