Asmodee


“Voor de koningin,” zegt Kitty en overhandigt de vrouw een kop koffie.
De vrouw knijpt Kitty in de neus.
“Wat een mooie neus,” zegt ze. “Grote mensen hebben dat niet. Alleen kleine kinderen.”
Kitty kruipt over de grond om de ukelele te pakken.
De vrouw lacht.
“Zo krijg je kapotte knieën,” zegt ze. “Alleen kleine kinderen kruipen. Die moeten het nog leren. Ik leerde de kinderen groot te worden,” vertelt ze.
“Werden ze allemaal groot?” vraagt Kitty.
“Soms werden ze niet groot,” zegt de vrouw. “Dan gingen ze dood.”
“Nu is dat anders hè?” vraagt Kitty.
“Nu leren de kinderen veel meer,” zegt de vrouw.
“Ik weet niet waar ik ben en wat ik hier doe. Breng me maar naar de Asmodee,” zegt een andere vrouw.
“Gaan we allemaal naar de Asmodee?” vraagt Kitty.
“Uiteindelijk wel,” zegt de vrouw. “Het is daar mooi en vredig.”
“Maar als alle mensen daar zijn, krijgen ze dan geen ruzie?” vraagt Kitty.
“Nee,” zegt de vrouw. “Daar krijgt iedereen zijn verstand. En ik ben een ouwe sukkel.”
“Ik dacht dat je een jong broekie was,” zegt Kitty.
“O nee,” zegt de vrouw. “Of bedoel je van binnen?”
“Je broekie heb je ook aan de buitenkant,” zegt Kitty. “Je hebt toch wel een broekie aan?”
“Ik heb een directoire,” zegt de vrouw.
De andere vrouwen in de kamer blijken ook allemaal een directoire te hebben.
“Jullie zijn maar een deftig kluppie,” zegt Kitty met bewondering.
“En jij bent een lieve meid,” zegt de vrouw.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *