Balans


“Wanneer begin je nou met zingen?” vraagt de vrouw terwijl Kitty net binnen komt.
“Nu,” zegt Kitty en gaat naast de vrouw zitten.
“Ik hoor niks hoor,” zegt ze.
Kitty begint te spelen. De vrouw zingt enthousiast mee. “O ja, dat kan ik goed,” zegt ze.
Na een paar liedjes zegt de vrouw: “we gaan eten. Nu moet je weer weg gaan.”
Kitty gaat naar een andere vrouw toe. Ze wrijft haar wang tegen de wang van de vrouw. De vrouw trekt een scheef gezicht.
“Oei,” zegt Kitty, “nu moet ik de andere kant ook doen!”
Daarna is het gezicht van de vrouw weer in de juiste vorm, met een glimlach.
Ze is nieuwsgierig naar de ukelele. Kitty geeft haar het instrument en de vrouw slaat de snaren één voor één aan.
“Pom pom pom póm!” zingt Kitty de melodie na.
“Pom pom pom póm? Heb ík dat gedaan?” zegt de vrouw verbaasd en ze kijkt Kitty glunderend aan.
“Ga weg!” roept de vrouw verderop. “We moeten de tafel dekken!”
Aan tafel zit nog een vrouw. Ze staart naar de grond.
“Ze houdt niet van die gekkigheid,” zegt haar zoon.
Kitty pakt de hand van de vrouw en de vrouw kijkt op.
“Sorry,” zegt Kitty. “Was ik je tot last?”
De vrouw kijkt Kitty ernstig aan en begint dan te glimlachen.
“Ik vond het prachtig! Daarnet heb ik meegezongen. Vroeger zong ik altijd.”
“Wat lief dat je dat zegt,” zegt Kitty. “Nu moet ik wel weer weg want die andere vrouw is het zat.”
“Dat is een nare vrouw,” zegt de vrouw. “Ik vind het leuk! Je moet gauw weer eens komen.”

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *