Kitty steekt een hand uit om de vrouw te begroeten. De vrouw knijpt haar handen in elkaar.
“Ik ben een beetje bang,” zegt de vrouw zacht.
“Dan hoef je geen hand te geven,” zegt Kitty. “Zal ik een liedje zingen, speciaal voor jou?”
De vrouw knikt en Kitty begint. De vrouw herkent het liedje. Ze kijkt blij en begint mee te zingen.
“Dat was mooi zo samen,” zegt Kitty. De vrouw pakt Kitty’s uitgestoken hand aan en glimlacht.
Kitty gaat naast een andere vrouw zitten. Ze kijkt even naar Kitty en kijkt weer voor zich.
“Nee!” zegt de vrouw dan met verontwaardiging. “Hij zei: het is een leuke jurk maar hoe kom je eraan.”
“Dat gaat niet altijd vanzelf,” zegt Kitty.
“De Duitsers,” zegt de vrouw. “Er waren hele mooie dingen. En toen…knal! Ik ging er met de rug naar toe staan.”
Kitty pakt de hand van de vrouw. De vrouw bekijkt Kitty’s nagellak.
“Die is mooi,” zegt ze. “De mijne zijn gebarsten.”
“Heb je zo hard gewerkt?” vraagt Kitty.
“Soms moet het ene gebeuren voordat het volgende kan beginnen,” zegt de vrouw.
“Zo gaat dat,” zegt Kitty. “Het ene is nodig voor het andere.”
“Ik weet nog,” zegt de vrouw. “We hingen als engeltjes onder de brug. En mijn vader zei: ík doe dat niet! Daarna was hij wel veel aardiger.”
Kitty staat op en hupt op en neer. “Dat vind ik fijn!” zegt Kitty.
De vrouw lacht. “Oh, wat heb je een leuke jurk!” zegt ze.
Barsten
Bladwijzer de permalink.