Beesten


“Wat zal ik bestellen, koffie of thee?” vraagt Kitty aan de vrouw naast haar.
“Het is allebei goed,” zegt de vrouw, dus Kitty bestelt allebei.
Een andere vrouw pakt snel de koffie en Kitty heeft thee. De vrouw drinkt en als het bijna op is schudt ze haar hoofd.
“Is het lekker?” vraagt Kitty.
“Het is dun,” zegt de vrouw, “en strak.”
Ze schuift het kopje aan de kant. Dan knijpt ze in Kitty’s neus.
“Hij doet pijn,” zegt ze verbaasd.
“Hij doet het nog goed,” zegt Kitty. De vrouw knijpt nog eens en Kitty zegt ‘toeterdetoet!’
“O wat goed,” zegt de vrouw. “Hij is kapot.”
Op de gang brult een man.
“Ik hoor een beer!” zegt Kitty tegen de vrouw naast haar. “Zullen we ons onder de tafel verstoppen?”
“Ik ga liever op de tafel,” zegt de vrouw.
Even later miauwt de vrouw.
“Ik hoor een poes!” zegt Kitty.
“Het is een witte,” zegt de vrouw.
“Heb je die al lang?” vraagt Kitty.
“Eén dag,” zegt de vrouw. “O nee, één jaar! Gaan we zingen?”
Kitty zingt met haar en de andere vrouwen.
“Bedankt,” zegt ze daarna, “kom maar gauw weer!”
De vrouw die pas honderdvier is geworden ligt op bed. Kitty zingt ‘lang zal ze leven’ met haar. Ze geeft de vrouw een kus op de hand. Dan zwiept de vrouw haar hand tegen Kitty’s gezicht.
“Daar gaf ik een goeie klap op je bek!” zegt de vrouw en ze schatert van het lachen.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *