“De koffie is lauw,” zegt de vrouw. Kitty giet er wat hete bij.
“Wil jij ook?” vraagt ze.
“Ik wil wel blauwe koffie,” zegt Kitty.
“Dat hebben we hier niet,” zegt de vrouw na even nadenken. Dan vist ze een brokje uit haar fruitpuree en voert die aan Kitty.
Kitty kauwt.
De vrouw vraagt: “maar wat ís het?”
“Een kikkerbil,” zegt Kitty.
De vrouw schuift het fruit ver van zich af. “Bah! Het is verbrand, zegt ze. Dat deed mijn moeder nooit! In Groningen hadden we nooit zoiets grauws, zoals sneeuw.”
“Jouw moeder was top in de keuken. En hoe is je koek?” vraagt Kitty.
“Fantastisch!” zegt de vrouw. “Die andere neem ik mee naar Zwartsluis.”
Kitty speelt een liedje voor een man. Hij zit apart en heeft eerder niks gehoord toen Kitty zong.
“Mooi,” zegt de man. “Alleen die kletstantes!” Hij kijkt naar de zusters. “Die zouden wat minder lol moeten maken en wat meer zingen.”
“Precies!” zegt Kitty. “Maar ik geloof dat ze niet durven. Hopelijk heb je een fijne dag verder.”
“Dat weet ik zeker,” zegt de man.
Kitty gaat naast een vrouw zitten en de klusjesman loopt langs. Hij roept: “dag dames!”
De vrouw zegt niks. Tot hij de kamer uit is.
“Erg hoor, die vierkante kont,” zegt ze.
“Ja vreselijk,” zegt Kitty. “Die van je man is stukken beter.”
“O ja!” zegt de vrouw. “Mooie ronde billetjes, twee, met daaraan de benen. Púúr natuur!”
Billen
Bladwijzer de permalink.