Binnenkomen

“Daar komt de koningin,” zegt de vrouw als Kitty aan komt.
“Of een clown,” zegt de dochter die op bezoek is.
“Maakt niet uit,” zegt de vrouw, “het is een lieverd.”
“Ik vind jou ook een lieverd,” zegt Kitty.
De vrouw glimlacht.
“En hoe heet je?” vraagt Kitty.
“Zeg jij het maar,” zegt de vrouw.
“Josephine!” raadt Kitty.
“Ja!” zegt de vrouw lachend.
“Je bent blij hè met zo’n deftige naam,” zegt Kitty.
“Die hou ik,” zegt de vrouw en glimlacht. “Die van mij is lang zo leuk niet.”
“Dat is niet mooi,” zegt een andere vrouw steng als Kitty aan komt.
“Het geeft niet als je het niet mooi vindt,” zegt Kitty.
“Er komen hier ook andere,” zegt de vrouw. “’s Ochtends, die is zo mooi!”
De vrouw pakt Kitty’s handen en legt ze naast elkaar op tafel.
“Zo legt hij dat,” zegt ze. Dan glimlacht ze en kijkt Kitty helder aan.
“Lekker warm!” zegt ze en houdt de handen vast. “Je bent mooi hoor,” zegt ze.
“Straks ga ik weer weg,” zegt Kitty.
“Nee, dat is naar,” zegt de vrouw en ze legt haar handen op haar hart.
“Dat voel ik hier, heel erg naar,” zegt de vrouw.
“Ik beloof dat ik nog eens kom,” zegt Kitty.
“Kom maar gauw,” zegt de vrouw.