Boem!

Vol verwachting keken de meervoudig gehandicapte kleuters op van hun fruitresten toen Kitty hun lokaaltje binnenliep. Kitty probeerde een meisje te vinden dat een mand over haar hoofd gezet had. Bij een jongetje deed Kitty alsof haar vinger een kruipende rups was en het jongetje liet zijn vinger er steeds naar toe kruipen. Om de luide botsingen lachte hij. Kitty bezocht ook een groep oudere kinderen. Een meisje drukte haar neus tegen het glas en Kitty de hare er tegenaan. Een ander meisje had zich achter de kast verstopt, maar klapte hard toen ze de muziek hoorde. Kitty liet een jongen op het gitaartje spelen. Kitty deed de grepen voor de akkoorden en het jongetje sloeg de snaren aan. Hij grijnsde breed toen Kitty zij dat hij het goed deed. Een jongen trok Kitty naar zich toe zodat ze bij hem in de schommelstoel kukelde. Hij hield haar stevig tegen zich aan en maakte vrolijke geluiden. Na uit de stoel gerold te zijn, in nog steeds een innige omhelzing, hielp de groepsleidster de jongen terug in zijn stoel. Op de gang zei een jongen die door het raam in het lokaaltje had gegluurd: jij bent geen goeie Cliniclown. Kitty vroeg wat er dan mis was en de jongen zei: jij valt steeds!

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *