Impressie van een bezoek van contactclown Kitty aan ouderen met dementie in een verpleeghuis. Kitty steekt haar hand uit naar de man. “Mag ik u een hand geven?”
De man kijkt even naar de hand. “Nee die geef je toch niet,” zegt hij.
Kitty zet het konijn bovenop zijn beer. De man lacht. Dan kijkt hij naar buiten. Voor het raam staat het busje van de stratenmaker.
“Daar was een man,” zegt de man. “Echt een hopeloze kerel.”
“Hij is verdwenen,” zegt Kitty. “Ik ga zoeken.”
In een andere woning gaat Kitty naast de vrouw in de rolstoel zitten. Ze kijkt blij. Kitty pakt haar hand en de vrouw knijpt er stevig in.
Een andere vrouw snijdt mopperend de puntjes van de bonen.
“Ben je in de bonen?” vraagt Kitty.
“Smerige rotbonen,” snauwt de vrouw.
“Misschien kan ik je opvrolijken met een liedje,” zegt Kitty en speelt voor de vrouwen.
“Wat mooi,” zegt de vrouw met de bonen. Ze heeft tranen in haar ogen. En over de wang van de andere vrouw rolt ook een traan.
“Oei, nu is iedereen verdrietig… Dat is niet de bedoeling,” zegt Kitty.
“Het is niet erg,” zegt de vrouw met de bonen. “Van dat lied moet ik aan mijn moeder denken.”
“Ja,” zegt de andere vrouw en glimlacht.
Buiten loopt de stratenmaker langs het raam.
“Daar heb je hém weer!” roept de vrouw met de bonen.
“Wat een stoere man! Je vind hem knap hè?” zegt Kitty. “Kom, ga achter hem aan!”
“Nee joh,” zegt de vrouw vrolijk. “Ga zelf maar achter hem aan.”
“Je bent zeker al getrouwd,” zegt Kitty. “Dan kan het niks worden.”
“Dat kan wèl hoor!” zegt de vrouw. “Na één wil je wel meer. Ik wil er wel drie!”
De bouwvakker
Bladwijzer de permalink.