De details


De man heeft een notitieblok en een mondharmonica. Kitty gaat naast hem zitten.
“Ze kan zitten,” zegt de vrouw er tegenover.
De man krabbelt op zijn blaadje.
“Hou je alles in de gaten?” vraagt Kitty.
“Het is ‘mij huis’. Niet ‘mijn huis’,” zegt de man.
“Aha,” zegt Kitty. “Mooie mondharmonica ook. Wil je wat spelen?”
“Wil ik wat spelen? O, op het mondorgel. Dat kan.”
De man kijkt naar zijn notitieblok.
“Ze krabbelt op haar neus,” zegt de vrouw. “Ze heeft jeuk.”
Kitty begint een lied. De man trommelt met zijn handen op de tafel en zingt mee.
“Ze kan zingen,” zegt de vrouw. “En heeft een mooie neus.”
Kitty gaat naast de vrouw zitten. En geeft haar het konijn.
“Een baby,” zegt ze. “Hij is lief.”
Kitty laat het konijn de vrouw op haar wang kussen.
“Hij kust mij,” zegt de vrouw. “Dat mag niet.”
“Het is lief dus mag het,” zegt Kitty.
“Hij mag mij kussen,” zegt de vrouw. “Hoe kom je aan die neus?”
“Zo ben ik geboren,” zegt Kitty.
“En was je moeder blij?” vraagt de vrouw.
De man kijkt naar buiten. Daar staat een hoge kraan.
“Zit er iemand in?” vraagt Kitty.
“Nee. Er hangt één plank aan. En er staan letters op: Mijhuis. Níet mijn huis.”
Dan pakt de man de mondharmonica en speelt een horlepiep.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *