De namen

image
“Ben je er alweer?” vraagt de man.
“Ja, vorige week had je je ogen dicht,” zegt Kitty. “Wist je dan toch dat ik er was?”
“Ik hoorde het,” zegt de man.
Naast hem zit zijn zoon. “Ik ga nu eens samen met je zoon zingen,” zegt Kitty. “Hoe heet die?”
“Knelis,” zegt de man.
De zoon schudt zijn hoofd. “Je weet best hoe ik heet,” zegt hij.
“Dat is zeker de domste naam die je kon bedenken,” zegt Kitty tegen de man.
“Nee,” zegt de man, “dat is Knelis.”
Kitty zet het lied in en de man en zoon vallen in.
“Dat doe je beter dan ik, pa,” zegt de zoon.
“Zeurpiet,” zegt de man.
“Niemand was vernoemd naar oom Lubbert,” vertelt de vrouw. “Toen heb ik gekozen om Lubber voor mijn naam te plakken. Dat deed je vroeger als meisje, een mannennaam voor je eigen naam.”
“Nu worden meisjes vaak naar beroemde mensen vernoemd,” zegt Kitty, “en soms naar familie.”
“Maar de achternaam krijgen ze nog van de familie dacht ik,” zegt de vrouw. “Ik heb de achternaam van mijn vader. Heb jij een man?”
“Nee,” zegt Kitty, “ik ben niet getrouwd.”
“En dan zegt hij ook nooit: zet die neus eens een keer af?”
“Nee, de neus blijft altijd op,” zegt Kitty.
De vrouw knijpt haar neus dicht en zegt met een gek stemmetje: “ik heb een echte neus. Maar die van jou vind ik ook mooi.”

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *