Deerne

image
“Jij komt uit Genemúd’n,” zegt de vrouw. “Dat hoor ik als je praat.”
“Volgens mij zie je het aan mijn Genemúder klederdracht,” zegt Kitty.
De vrouw lacht hard en begint aan Kitty’s jurk te frummelen.
“Je moet zitten,” zegt ze dan en wijst Kitty een stoel.
Als Kitty zit duwt ze de stoel naar de tafel tot Kitty goed klem zit. De vrouw pakt Kitty’s gezicht tussen haar handen en wrijft enthousiast over de wangen. Dan loopt ze weg.
“Speel maar een liedje,” zegt een bewoonster aan tafel.
De vrouw zingt mee en zet zelf nieuwe liedjes in. Een andere vrouw doet ook mee.
“Jij kent die liedjes ook goed,” zegt Kitty tegen haar.
“Dat laatste liedje ken ik niet,” zegt ze, “maar dat kent mijn moeder wel.”
De andere vrouw verteld dat er zoveel vreemden in huis kwamen.
“En daarna was het één grote rommel! De volgende keer bel ik de politie.”
“En wat gebeurt er dan?” vraagt Kitty aan de vrouw.
De vrouw trekt een heel gevaarlijk gezicht.
“Dat weet ik niet,” zegt ze dan.
In een andere kamer helpt Kitty een vrouw met het vouwen van wasgoed. De vrouw vouwt en Kitty zingt een liedje over welke kledingstukken het zijn. Samen doen ze een dansje met een onderbroek en als ze een reuzenbroek aantreffen begint een andere vrouw te lachen.
“Uh, jonge deerne,” zegt ze en Kitty loopt naar haar toe.
“Of jónge deerne…” zegt ze twijfelend.
“Zeg maar middelbare deerne,” zegt Kitty.
“Ja precies,” zegt de vrouw, “jij begrijpt het. Maar ik wil je niet in moeilijkheden brengen maar ik kan niet mee. Ik heb geen rijbewijs.”
“Ik ook niet,” zegt Kitty. “Ik ga met de bus.”
“En ik ga met mijn zus,” zegt de vrouw. “Veel succes!”

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *