Drama

Kitty gaat naast de vrouw zitten en legt haar kikker op de tafel.
“Hè wat! Een kikker?” zegt de vrouw.
Kitty pakt de kikker en kust deze.
“Hè gatsie! Wat doe jij nou!?”
“Ik probeer hem in een prins te veranderen,” legt Kitty uit.
“Ik zie geen prins,” zegt de vrouw.
“Volgens mij lukt het alleen wanneer je een prinses bent,” zegt Kitty. “Probeer jij het eens?”
“Néé!” roept de vrouw met een gezicht vol walging. “We hebben trouwens al een prins. Zijn achternaam is een drankje. Ik weet niet meer welke.”
“Heeft die prins een grote rode neus?” vraagt Kitty.
“Ik denk een blauwe,” zegt de vrouw lachend.
“Dat is niks voor mij,” zegt Kitty. “Ik ga mijn toekomst met deze kikker delen.”
“Ik wens je héél veel geluk,” zegt de vrouw.
In een andere kamer schreeuwt een vrouw.
“Ik wil dood!” roept ze. Kitty gaat naast haar zitten.
“Nee, ga weg,” zegt de vrouw. “Hier zijn nare mensen.”
Kitty legt de ukelele voor zich op tafel.
“Náre mensen,” zegt de vrouw. “Maar… jij bent muzikaal? Die nare mensen zijn niet muzikaal!”
“Dan speel ik voor je,” zegt Kitty. De vrouw legt haar hand even op die van Kitty. Kitty zingt en de vrouw luistert glimlachend. Na afloop knikt ze en kijkt Kitty aan.
“Ik heb pijn,” zegt ze. Ze wijst op de buil op haar voorhoofd.
Kitty legt haar hand op het voorhoofd van de vrouw. De vrouw leunt tegen de hand. Zo valt ze in slaap.