“Daar komt een rare,” zegt de man als Kitty naar hem toe loopt. Kitty geeft hem een hand.
“Oh!” roept de man verrast.
“En een kopje thee voor jou,” zegt Kitty en geeft de man zijn thee.
“Dat kan zomaar,” zegt de man. “En gebruik je je microfoontje?” vraagt hij luchtgitaar spelend.
Kitty speelt een lied voor de man en geeft de ukelele daarna aan hem. “Nu jij,” zegt Kitty.
“Dat kan niet,” zegt de man, terwijl hij met zijn handen het instrument bevoelt. Kitty doet het voor. Dan slaat de man de snaren aan en het geluid klinkt helder. De zusters applaudisseren. De man gaat nog even door.
“Dat ging goed!” zegt Kitty.
“Kan beter,” zegt de man. Hij trekt een gekke bek en Kitty aait zijn wangen.
“Dat is beter,” zegt de man.
De vrouw aan tafel draait zich om naar Kitty. “Help!” roept ze.
Kitty slaat een arm om haar heen.
“Ik was opeens zo duizelig,” zegt de vrouw. “En toen werd ik bang, snap je?”
“Ja,” zegt Kitty. “Ik hou je vast tot het overgaat. Gezellig is het hier hè?”
“We kunnen wel klaverjassen,” zegt de vrouw. “Of klaverbroeken, ken je dat?”
“Nee,” zegt Kitty. “Ik kan wel klaversokken. Dan gooi je de kaarten omhoog en wie de meeste vangt wint.”
“Ken ik niet,” zegt de vrouw. “Wel gezellig. O! Daar liep iemand met een dikke kont!”
“Vast een snoepkous,” zegt Kitty.
“Beter dan een mergpijp,” zegt de vrouw. “Wist je wel dat er twee soorten mergpijpen zijn? Eén in de soep en één gebakje!”
De vrouw staart opeens afwezig voor zich uit.
“Je bent moe, hè?” zegt Kitty.
“Nee ik doe alsof,” zegt de vrouw. “Nee, eigenlijk wil ik nu wel naar bed en vanavond wil ik vroeg naar bed. En ik hou ook van een liedje!”
Na het lied zwaait ze Kitty vrolijk uit.
Een les
Bladwijzer de permalink.