Een man


De vrouw aan tafel dommelt in en laat haar koffie vallen.
“Oei, gaat het wel goed!?” zegt Kitty.
De vrouw kijkt Kitty glimlachend aan. “Mooi,” zegt ze. “Heel leuk.”
De plas koffie wordt opgedweild en Kitty gaat naast haar zitten. Ze geeft de vrouw een spiegeltje. “Van zilver!” zegt Kitty.
“Oóh!” zegt de vrouw en tikt erop met een nagel. Kitty doet hetzelfde. De vrouw moet lachen.
Kitty geeft de vrouw een hand. De vrouw houdt die stevig vast. “Sterke hand heb je,” zegt Kitty.
“O ja ja ja,” zegt de vrouw.
Kitty aait haar over een wang. “De andere,” zegt de vrouw even later, en Kitty aait haar andere wang ook. Dan kijkt de vrouw op.
“Komt daar een man aan?” vraagt Kitty.
“Een man, een kus,” zegt de vrouw en ze knijpt Kitty in de neus.
“Je ziet er práchtig uit,” zegt een andere vrouw.
“Welkom,” zegt Kitty. “Kom je naast me zitten?”
“O wat vriendelijk,” zegt de vrouw. “Dat dat zomaar kan! Want ik weet niet wat ik doe. Ik ben afgesloten. Of uitgesloten.”
“Ik ben ook wel eens in de war,” zegt Kitty. “Daarvoor zijn die boekjes zo handig.” Kitty pakt het notitieboekje van de vrouw. Er zit een foto in.
“Dat is Annie!” zegt de vrouw verrast. “Die heb ik zo lang niet gezien! Ze had niemand. Ja een man, die lul!”
“Gelukkig had ze jou,” zegt Kitty. Ik laat nu even mijn jurk aan je zien. Kitty staat op en draait zich om. Kijk: met een achterkant!
De vrouw lacht. “Enig zeg, je mag wel bij mij logeren hoor,” zegt de vrouw. “Ik weet alleen niet hoe dat moet. Ik ben een lul!”
“Je bent een lieverd,” zegt Kitty.
“O ja?” zegt de vrouw. “Nou je ziet er práchtig uit.”

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *