“Staat er iets leuks in je krant?” vraagt Kitty aan de man met de krant.
“Dit staat er,” zegt de man, “‘spinnen en slangen in de IJsselhallen’.”
“O, leuk,” zegt Kitty. “Maar sommige mensen vinden dat vies. Die willen ze niet eten, denk ik.”
“Ik wil ze ook niet eten,” zegt de man. “Ze zijn zo leuk om naar te kijken!”
“Eet je ook geen koe?” vraagt Kitty.
De man kijkt naar zijn buik.
“Dat kan toch niet,” zegt hij. “Je hebt wel heel kleine koetjes ook,” bedenkt hij dan. “Daar kun je mee spelen.”
“Dieren zijn leuk, misschien moeten we die niet opeten,” zegt Kitty.
“Ik vond je liedjes ook leuk,” zegt de man.
Kitty zingt ook een liedje voor een vrouw.
“Dat duurt al heel lang,” zegt de vrouw.
“Dat komt omdat het liedje al zo oud is,” zegt Kitty. “Je moeder zong het ook al.”
Op de achtergrond klinkt opeens een heldere stem: een vrouw verderop in de kamer zingt het liedje.
“Ik hoorde net dat mijn moeder nog leeft,” zegt de vrouw waar Kitty bij zit.
“Waar is ze nu?” vraagt Kitty.
“Thuis,” zegt de vrouw. “Ze komt hier niet want ze is heel oud.”
Een andere vrouw knabbelt op een koekje.
“Goeie tanden heb je,” zegt Kitty.
“Goeie benen ook,” zegt de vrouw. “Ik doe alles nog hoor! Fietsen, zwemmen, schaatsen.”
Ze kijkt uit het raam. “Nee, geen ijs,” zegt de vrouw.
Kitty zingt een liedje voor haar en neemt dan afscheid.
Op de achtergrond klinkt weer de heldere stem van de vrouw verderop die het liedje overneemt.
Eten
Bladwijzer de permalink.