Familie


De dove vrouw scant Kitty van top tot teen.
“Móóie strik. Móóie jurk. Móóie schoenen,” zegt de vrouw.
Kitty maakt een buiging en geeft de vrouw een hand.
“Dat is heet!” zegt de vrouw. Ze knijpt stevig. “Mijn eigen moeder is de allerliefste,” zegt de vrouw. “Zo lief, och och och, wat is die lief,” zegt ze en wijst naar Kitty.
Kitty gebaart: ‘ik?!’
De vrouw knikt.
Kitty werpt de vrouw een kushandje toe en loopt zwaaiend de kamer uit.
“Doei!” roept de vrouw.
“Ik heb zo’n hoofdpijn,” zegt een andere vrouw. Kitty legt haar hand op het hoofd van de vrouw.
De vrouw zucht. “Mijn zus is weg,” zegt ze. “Een hele grote auto haalde haar op. Ze zei: ‘ik kom nooit weer!'”
“Is ze op vakantie?” vraagt Kitty.
“O, op vakantie,” zegt de vrouw. “Ze zei wel dat het ver was. Maar wie gaat me nou helpen? Kun jij me helpen?”
“Ik wil je helpen,” zegt Kitty.
“O echt? Wat fijn,” zegt de vrouw.
“Vind je het hier fijn?” vraagt Kitty.
“O ja. Ik zou hier wel willen blijven,” zegt de vrouw.
“Dan mag je hier komen wonen,” zegt Kitty.
“Echt? Met een eigen kamertje?” vraagt de vrouw.
“Ja, en eten krijg je ook,” zegt Kitty.
“Ik ben zó blij,” zegt de vrouw en ze geeft Kitty kusjes op haar hand. “Ja, dit doe ik niet zomaar,” zegt ze en geeft er nog een kus bij.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *