Feest

“Mag ik je een hand geven?” vraagt Kitty aan de vrouw.
“Nee, ik kan niet,” zegt ze. “Het is niet goed en het doet pijn.”
Kitty zingt een liedje voor de vrouw.
“Heel mooi,” zegt de vrouw en ze lacht. Kitty komt dichterbij. “Kom maar dichtbij,” zegt de vrouw.
Kitty gaat tegen de vrouw aan zitten met een arm om haar schouders heen. “Zo dichtbij?”
“Dat is goed,” zegt de vrouw. Ze glimlacht. “Ik weet nog dat ik klein ben geweest. Toen begon ik. En dat was leuk: ik kon dingen in elkaar zetten.” De vrouw legt haar hand op haar hoofd. “Nu is het kapot.”
“Is het wel lekker warm zo?” vraagt Kitty.
“Ja,” zegt de vrouw. “Dat is goed.”
Kitty staat op.
“Wat een mooie jurk,” zegt de vrouw verrast.
“Het is een feestjurk,” zegt Kitty. “Ik ben jarig!”
De vrouw staat op uit haar stoel en steekt haar hand uit. “O gefeliciteerd! En een gezond jaar!”
“Dankjewel,” zegt Kitty. “Nu ga ik mijn kado zoeken want die hebben ze verstopt.”
In de andere kamer schudt Kitty een vrouw wakker.
De vrouw schrikt en lacht dan. Ze draagt een gedicht voor.
“Wat prachtig,” zegt Kitty.
“Ja, ik ben al honderd geweest, maar ik kan goed onthouden,” zegt ze.
“Je kan ook mooi zingen vind ik,” zegt Kitty en zet een lied in. De vrouw en nog zes bewoners zingen mee. Een man krijg een mondharmonica van de zuster en begeleidt het volgende lied. De stemmen van de bewoners schallen luid over de afdeling.
“Wat een feest!” zegt Kitty.
“Mag ik even wat zeggen?” vraagt de man met de mondharmonica. “Je hebt een lelijke blauwe neus.”
“O! Ik dacht een mooie rooie!” zegt Kitty beduusd.
“O ja, een lelijke rooie,” zegt de man.
Kitty neemt afscheid van de oude vrouw. “Dag lieverdje,” zegt Kitty.
“Dag sufferdje,” zegt de vrouw.