De man houdt een onzichtbare telefoon aan het oor.
“Hé Henkie, ben je helemaal gek?” roept hij zogenaamd telefonerend.
“Nee hoor!” roept Kitty in de ukelele, “maar ik ga wel voor je zingen.”
De man neuriet ‘Twee ogen zo blauw’ dus dat wordt het lied.
Dan gooit Kitty een balletje over met de man, waarbij hij fanatiek op Kitty’s hoofd probeert te mikken. Na het spel krijgt Kitty een handkus van de man.
Aan tafel zit een vrouw een mandala te kleuren. Hij is klaar en ze tekent er zelf ook nog wat onderdelen bij.
“Ik maak een tekening voor jou om straks te kleuren,” zegt Kitty, “kies jij maar welke kleuren.”
“Met geel wordt het mooi en rood ook,” zegt de vrouw, en ze pakt een roze potlood.
Op verschillende manieren kleurt ze de bloembladen in de tekening.
“Ik weet niet wie dit gemaakt heeft,” zegt ze dan terwijl ze het resultaat bestudeert, “maar de ene keer is het strak tussen de lijnen en de andere keer staan er zo wat strepen.”
“Het ziet er goed uit,” zegt Kitty, “doe je dit vaker?”
“Ja maar ik ben geen kind hoor!” zegt ze lachend.
Een andere vrouw zegt: “mooie kwastjes op je hoofd. Heb je die zelf gemaakt?”
“Ja,” zegt Kitty, “speciaal voor jou omdat je er zo mooi uitziet.”
“En ga je zo ook naar buiten?” vraagt de vrouw.
“Ja, kan dat eigenlijk wel?” vraagt Kitty.
“Nu wel,” zegt de vrouw. “Ze komen nu allemaal uit hun werk en dan hebben ze zoveel haast dat ze je niet zien.”
Gekke Henkie
Bladwijzer de permalink.