De vrouw leest de krant.
“Het borrelt en gist,” leest ze Kitty voor. “Nou ja, een borrel lust ik niet en de gist geven ze maar aan een ander. Dit interesseert me niets!”
“Heb je ook nieuws over de toekomst?” vraagt Kitty aan de vrouw.
“Nou, dat heb ik wel,” peinst de vrouw. “Het ligt volgens mij op mijn kamer.”
Kitty rolt een bal naar de vrouw. Ze pakt de bal en gooit die hard naar achteren.
“Wat een worp!” roept Kitty. “Die heb je België in geknikkerd.”
“Daar ben ik ook wel eens heen geknikkerd,” zegt de vrouw lachend, “en nog wel verder ook.”
Kitty rolt nog een bal naar de vrouw, die ze nog verder weg gooit.
“Deze heb je Oostenrijk ingegooid,” zegt Kitty. “Ben je daar ook geweest?”
“Ja,” zegt de vrouw, “ze zeiden dat ik heel ziek was, maar dat weet ik niet meer.”
Een andere vrouw wenkt Kitty.
Kitty gaat naar haar toe en de vrouw pakt Kitty’s hand.
Lachend kijkt ze Kitty in de ogen en zegt: “ik wist het niet of je zou komen. Je was bij die anderen. Ik dacht, komt ze niet?”
“Ik had je allang gezien hoor,” zegt Kitty. “En jou zoek ik altijd op.”
De vrouw glimlacht en tikt Kitty op haar neus. Kitty deinst met een verschrikt gezicht achteruit. Daar moet de vrouw om lachen.
“Leuk hè,” fluistert ze Kitty toe. Dan wijst ze naar een bezoekster.
“Wat is die vrouw dik!” zegt ze ongegeneerd.
“Heel anders dan jij, hè,” zegt Kitty. “En wat ben ik dan?”
De vrouw kijkt eens goed naar Kitty.
“Jij bent… snoezig,” zegt ze dan.
Geknikkerd
Bladwijzer de permalink.