Goed advies


“Dat zit vast lekker met de benen languit,” zegt Kitty tegen de vrouw.
De vrouw kijkt naar haar benen.
“Die zijn niet van mij,” zegt ze. “Ik heb die van mijn broer.”
“Prachtige benen,” zegt Kitty. “Ben je er blij mee?”
“Ja ik heb ze al lang hoor,” zegt de vrouw. “Ze zijn goed.”
Kitty loopt met het konijn naar een andere vrouw en zet het tegenover haar op tafel.
“O wat een rood dopje,” zegt de vrouw. “Wie is dat?”
“Dat is familie van me,” zegt Kitty.
“O, het is tante Krijn,” zegt de vrouw. “Met de dikke neus.”
“Tante Krijn wil graag voor je zingen,” zegt Kitty.
Kitty zingt samen met de vrouw en tante Krijn een paar liedjes. Dan kijkt de vrouw Kitty aan.
“Dat ziet er niet uit,” zegt ze. “Je moet naar de kapper.”
“En tante Krijn dan?” vraagt Kitty.
“Wat zijn dat, oren?” vraagt de vrouw. “Daar mag een stukje af.”
Kitty neemt afscheid van de vrouw en zoekt een kapper.
In een stoel zit een man te wenken.
“Kun je me helpen?” vraagt de man.
Kitty geeft de man een hand en vraagt: “wat kan ik voor jou doen?”
De man pakt Kitty’s arm vast.
“Die had ik nodig,” zegt hij, “maar die andere hoef ik niet. We zijn nu verbonden. Maar niet te lang.”
“Twee tellen zal wel lukken,” zegt Kitty.
“Zoiets,” zegt de man. “Dan kunnen we samenwerken. Dat gaat niet met mensen die steeds onder de tafel kijken.”
“Wij maken goede afspraken,” zegt Kitty. “Gaan we samen iets maken?”
“Dat kan misschien,” zegt de man. “We hebben een boerderij.”
“Dan slapen we er nog een nachtje over,” stelt Kitty voor. “We doen alles op ons gemak.”
“Jij snapt het,” zegt de man, en hij kust Kitty’s hand.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *