“Daar is de clown, kom maar binnen!” roept een vrouw in felroze kleren.
“Haar moet je geen hand geven, ze is te verlegen”, zegt ze, wijzend naar de vrouw naast haar.
Kitty slaat haar over met handen schudden en gaat dan naast haar zitten. Aan de andere kant van Kitty, is een vrouw bezig aan een legpuzzel. Kitty zingt een liedje over haar en de puzzel. Ze grijnst breed naar Kitty. Er loopt een vrouw naar Kitty toe. Ze vertelt dat ze in een winkel heeft gewerkt.
“Ik kon heel goed klanten groeten”, zegt ze.
Ze zegt ook dat ze een vriend heeft, al twintig jaar.
Kitty wijst naar een man die verderop zit.
“Is dat je vriend?” vraagt ze.
“Nee, maar hij is ook aardig”, antwoordt ze.
Ze zwaaien naar de man en hij zwaait terug.
Kitty zingt voor de man een liedje met zijn naam erin. Hij slaakt luide kreten als hij dat hoort. Als het afgelopen is pakt hij Kitty’s hand, houdt die een poosje vast en kalmeert.
Kitty geeft de anderen een hand bij het afscheid. De verlegen vrouw steekt haar hand ook uit, maar trekt die dan snel weer terug.