Kitty gaat op bezoek bij een man van honderdvijf. Hij kijkt haar lachend aan.
“Wat is dat?” vraagt hij wijzend op de tas waar de kop van de haas uitsteekt.
“Het is een haas,” zegt Kitty, “zie eens hoe groot dat oor is.”
“Aan de andere kant nog één,” zegt de man.
Kitty rolt balletje over met de man. Elke keer als hij de bal vangt, kijkt hij Kitty lachend aan.
De man neemt een slokje melk. Daarna biedt hij Kitty zijn kopje aan.
“Jij aan de andere kant,” instrueert hij Kitty.
Kitty neemt ook een slokje en de man knikt goedkeurend.
“Weet je wat een bedstee is?” vraagt een andere man aan Kitty.
“Natuurlijk,” zegt Kitty, “maar ik ben ook al over de honderd.”
“Dat kan niet,” zegt een vrouw.
“Dat kan wel,” zegt de man. “Ze schrijft ‘100’ op een briefje en dan stapt ze er overheen.”
Hij wijst naar zijn buurman en zegt: “het gaat niet goed met hem. Hij praat niet meer.”
De buurman staart voor zich uit en wrijft zich aldoor in de handen.
“Zal ik voor je zingen?” vraagt Kitty aan hem.
“Ja,” fluistert hij.
Hij zwaait met zijn handen mee in de maat van het liedje.
“Prachtig,” fluistert hij als het afgelopen is. Dan gaat hij verder met handen wrijven.
“Waar was je nou!” zegt een vrouw die Kitty een tijd niet gezien heeft.
“Ik hing aan de waslijn te drogen,” zegt Kitty.
“Vind je dat leuk?” vraagt de vrouw ernstig.
“Ja, je kan mooi heen en weer zwaaien in de wind,” zegt Kitty.
“De volgende keer ga ik naast je hangen,” zegt de vrouw.
Hangen
Bladwijzer de permalink.