Kitty ontmoet op de gang een vrouw met een wond op het hoofd.
“Vorige week ben ik gevallen,” zegt de vrouw.
“Ik ook!” zegt Kitty. “Op mijn neus. Nu is die heel rood.”
“Dat valt er vanzelf af,” zegt de vrouw.
“Help! Valt mijn neus eraf?” vraagt Kitty.
“Dat gebeurt heel vaak,” zegt de vrouw, terwijl ze over Kitty’s hand kriebelt. “Maar we piepen niet. Wij zijn flinke jongens.”
“Wat past de kleur van je neus prachtig bij je jurk,” zegt een vrouw die een kopje thee drinkt.
Er loopt ondertussen een vrouw langs die aan het foeteren is. Kitty kijkt ernaar met een angstig gezicht.
“Kom maar onder de tafel schuilen,” zegt de vrouw tegen Kitty.
De foeterende vrouw vertrekt weer.
“Nu is het weer veilig,” zegt de vrouw. “Die vrouw zoekt bonje. Het is een heks.”
Kitty helpt de vrouw haar thee af te koelen en zingt voor haar om het wachten door te komen.
“SchÃtterend, dat je dat voor mij doet,” zegt de vrouw. “En bedankt voor een fijne morgen.”
“Ik hou zo veel van je!” zegt een andere vrouw.
Kitty geeft de vrouw een knuffel. “Wij zijn ons hele leven ook al vriendinnen,” zegt Kitty.
De vrouw knijpt Kitty in de neus en maakt een toeter geluid.
“Wat ga je nu doen?” vraagt ze.
“Ik ga die meneer die daar zit opvrolijken,” zegt Kitty en gaat tegenover hem zitten op de grond.
“Dat kan niet,” zegt de vrouw, “dat lukt nooit!”
“Ik probeer het wel,” zegt Kitty en speelt een liedje voor de man.
“Is het gelukt?” vraagt de vrouw.
De man kijkt Kitty met een grote glimlach aan.
“Ik geloof dat het gelukt is,” zegt Kitty.
Help!
Bladwijzer de permalink.