Hoe

image
“Geeft u me toestemming om binnen te komen?” vraagt Kitty plechtig aan de vrouw die uit Soestdijk komt. De vrouw kijkt haar lachend aan.
“Dat doe ik,” zegt ze, “want je bent mooi.”
“Ik geef geen toestemming!” roept de man aan de overkant van de tafel.
“Dan zal ik het ook aan u vragen,” zegt Kitty en loopt naar hem toe.
“Schoenen uit!” zegt de man streng.
“Ik wilde me eerst voorstellen,” zegt Kitty. “Ik heet Kitty en hoe heet u?”
“Hoe,” zegt de man met een hoog stemmetje.
“Heet je hoe? Dus je naam is Hoe,” zegt Kitty. “Dag Hoe!”
“Hoehoe! Hoehoe!” roept de man lachend met een piepstem en hij zwaai Kitty uit.
Kitty gaat naast een andere man zitten en wacht tot hij haar ziet. Dan gaan zijn ogen wijd open. Kitty buigt naar de man toe en hij buigt terug. Kitty houdt haar hoofd schuin en de man doet dit ook. Kitty knikt en dat doet hij ook na.
De man eet zijn koffie met een lepeltje en hij geeft Kitty ook een hapje.
“Heb je nieuwe schoenen?” vraagt een vrouw in de kamer ernaast.
“Ja,” zegt Kitty, “vind je die mooi?”
“Die zou ik nooit aan willen,” zegt de vrouw. “En dat haar… je hebt twee kleuren haar! En daar een wasknijper. Geef hier! Die is van mij. Daar hebben de kinderen de hele dag zo mooi mee gespeeld.”
In de deuropening van deze kamer is de man komen staan. Hij kijkt naar Kitty en ze loopt naar hem toe.
“Ik ben zó bang!” zegt de man.
“Kom maar bij mij,” zegt Kitty.
Kitty omhelst de man en hij aait troostend over haar rug. Dan loopt hij weer verder de gang over.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *