Impressie van een bezoek van contactclown Kitty aan ouderen met dementie in een verpleeghuis.
De man zit in de stoel met een somber gezicht. Kitty plukt een bloem uit de vaas en geeft die aan de man. Zijn gezicht klaart op.
“Die bloem en ik zijn bijna hetzelfde,” zegt Kitty. “Beide wit met roze!”
De man geeft de bloem aan Kitty.
“Nou, niet hélemaal,” zegt de man.
“Nee dat is niet zo precies,” beaamt Kitty.
“Het is belangrijk dat de waarschijnlijkheid exact buk buk buk luk,” zegt de man. “En hemelen onder honderden sterren.”
“Dat is mooi, toch?” zegt Kitty. Maar de man begint te huilen. Kitty pakt zijn hand. Even later kijkt de man Kitty aan. Hij glimlacht.
“Het is goed,” zegt Kitty.
De man knikt. “Er is hulp,” zegt hij.
Kitty neemt afscheid. “Wees heel, héél voorzichtig,” zegt de man.
Op bed ligt een vrouw die Kitty lang niet heeft gezien. Kitty kijkt haar verbaasd aan. De vrouw kijkt terug met een verbaasd gezicht en begint te lachen. Voorzichtig geeft Kitty haar een knuffel.
De buurman is ook in haar kamer gelopen en staat achter Kitty. Kitty draait zich om en schrikt.
De man lacht. Dan zwaait hij zijn wijsvinger voor Kitty’s neus.
“Niet boos zijn,” zegt Kitty, “ik maak het goed met een liedje.”
Kitty zingt voor de vrouw en de vrouw kijkt Kitty indringend aan. Dan begint ze te lachen.
“Zo goed?” vraagt Kitty aan de man. Hij zwaait weer met zijn wijsvinger. Kitty gaat schuldig in de hoek staan. De man knikt goedkeurend.
“En nu: voorwaarts mars!” zegt Kitty tegen de man en marcheert naar hem toe. “Kom je mee?”
De man aait Kitty’s wang en schudt zijn hoofd. Kitty marcheert naar de deur en de man zwaait haar uit.