Hooggeboren

In de keuken doen twee vrouwen samen de afwas. Kitty gaat tegenover ze staan, aan de andere kant van het halve muurtje.
“Mevrouw,” vraagt Kitty, “mag ik van u patat met ketchup?”
“Dat krijg je niet,” zegt de ene vrouw. “Dan moet je in Almelo wezen.”
“Weet je het zeker,” vraagt Kitty, “moet ik daarvoor helemaal naar Almelo?”
“Dat weet ik want daar ben ik geboren,” zegt de vrouw.
“Ja,” zegt Kitty, “maar toen was je nog een baby.”
De vrouw kijkt verbijsterd.
“Iedereen wordt als baby geboren,” zegt ze tegen Kitty.
“En die soep daar, kan ik daarvan bestellen?” vraagt Kitty aan de andere vrouw, die ernaast staat te grinniken.
“Dat is geen soep maar sop,” antwoordt de vrouw. “Zeepsop, dat mag jij wel hebben.”
Maar gauw kiepert ze het teiltje leeg in de gootsteen.
Een andere vrouw komt de kamer in na haar middagdutje.
“Hier komt de koningin,” zegt Kitty, “goedemiddag majesteit!”
“Goedemiddag,” antwoordt ze ernstig.
Kitty en de vrouw gaan aan tafel zitten, de vrouw een meter van de tafel af.
“Een koningin moet alles van wat afstand zien,” verklaart de vrouw.
“Maar kunt u nog wel bij uw thee zo?” vraagt Kitty.
De vrouw rekt zich uit en tikt haar kopje aan.
“Daar hebben koninginnen speciale vaardigheden voor,” zegt ze.
“Ik wil geen koningin zijn,” zegt een andere vrouw. “Ik heb jaren in Den Haag gewoond en daar liep iedereen met de neus in de lucht.”
Ze buigt zich naar Kitty toe en fluistert in het oor: “maar dat is beter dan met een volle broek!”