Iets vieren

Er zijn geen slingers, er is geen taart en geen bezoek. “Kom jij er bij?” vraagt de zuster aan Kitty. “Mevrouw is jarig.”
Kitty pakt de handen van de vrouw en de vrouw glundert. “Het is iets om te vieren en dus gaan we zingen!” zegt Kitty.
“Ja leuk,” zegt de vrouw en ze zingt samen met Kitty. Aan tafel applaudisseert een buurman.
“Zie, het wordt een vrolijke boel,” zegt Kitty. “We gaan door, goed?”
“Ja leuk,” zegt de vrouw. “Is het hondje er ook?”
Kitty pakt het konijn en zet deze op tafel.
“Die is ook zo lief,” zegt de vrouw.
Na nog een paar liedjes geeft Kitty de vrouw een knuffel.
“Je komt wel vaak, toch?” zegt de vrouw bij het afscheid.
Twee mannen zitten aan tafel.
“Is mijn broer hier ook,” vraagt Kitty. “Sinterklaas?”
“Is dat je broer?” vraagt de één. “Hoe heet ‘ie dan?”
“Nicolaas,” antwoordt Kitty.
“O, dat klopt ook nog,” zegt de man.
“Hij heeft net als ik geen achternaam. Dat deed men zo lang geleden niet,” zegt Kitty.
“Negenhonderd jaar,” zegt de andere man.
“Heb jij wel een achternaam?” vraagt Kitty.
“Nee, zoiets niet,” zegt de man. “Als ze me nodig hebben voor werk dan roepen ze gewoon.”
“Als we Sinterklaas nodig hebben zingen we altijd,” zegt Kitty.
“O jee, dát weer,” zegt de man.
Samen met de eerste man zingt Kitty ‘zie ginds komt de stoomboot’, waarbij de man kunstig varieert op de melodie.
“Nou was het liedje wel iets speciaals, toch?” vraagt Kitty aan de man die luisterde.
De man gniffelt en kijkt Kitty ondeugend aan: “het dek op en neer… ja ja!”