Kitty neemt plaats in de hoek op een heel klein krukje. De vrouw lacht en geeft een knipoog.
Kitty zit braaf met de wijsvinger voor de mond maar in de keuken valt een kopje met een knal op de grond.
“Vréselijk!” zegt Kitty.
“Nou zeg dat wel,” beaamt de vrouw. “Joh, ga toch op een stoel zitten, zegt ze, en niet op jezelf!”
Kitty staat op en laat het krukje zien. Dan geeft ze de vrouw een damesblad.
“Kijk, dit is voor vrouwen. Jij bent toch ook een vrouw?”
“Dat weet ik niet,” zegt de vrouw. “Daar denk ik nooit zo over.”
“Zo denk ik er óók over,” zegt Kitty. “Wat je ook bent, je bent een persoon!”
“Je moet jezelf kunnen zijn,” zegt de vrouw. “Zo’n blad interesseert me niets!”
“Goed van je,” zegt Kitty.
De vrouw lacht. “Ik ken hier niemand. Maar jou vind ik leuk.”
In de andere kamer begroet een vrouw Kitty met een wegwerpend gebaar. Ze pakt haar eigen neus vast en zegt: “níet mooi!”
Kitty loopt beteuterd naar de vrouw toe. De vrouw lacht en wenkt: kom! Dan knijpt ze Kitty in de neus.
Kitty geeft haar een hand. De vrouw bekijkt deze uitgebreid en ziet de blauwe nagellak. Dan gooit ze de hand van zich af.
“Ook niet mooi?” vraagt Kitty en de vrouw schudt het hoofd.
Dan speelt Kitty een liedje en de vrouw kijkt Kitty indringend aan. Haar mond beweegt mee op de tekst van het lied.
“Was dat wel mooi?” vraagt Kitty na afloop en de vrouw knikt.
“Mag ik nu wel een knuffel van je?” vraagt Kitty.
“Néé!” roept de vrouw.
“Heb je dan een kus?”
“Néé!” roept ze weer. “Op!”
In de hoek
Bladwijzer de permalink.