In de hoek


De vrouw staat te huilen in de hoek van de gang. Kitty loopt naar haar toe en omhelst haar.
“Eindelijk, ik heb je gevonden!” zegt Kitty.
De vrouw glimlacht.
“Ik wil hier niet zijn,” zegt de vrouw. “Ik wil:” ze snijdt met haar hand over haar hals.
“Ik heb nog zoveel knuffels voor je,” zegt Kitty. “Wil je die wel hebben?”
“Dat helpt toch niet,” zegt de vrouw. “Ik blíjf alleen.”
“Nu zijn we samen,” zegt Kitty. “We lopen samen deze kant uit.”
Daar versperren Kitty en de vrouw de weg voor een zuster.
“Eerst een liedje zingen,” zegt Kitty streng, dan mag je er langs.
“Dat kan ik niet,” zegt de zuster.
“Je mag niet jokken,” zegt de vrouw streng tegen de zuster. “Loop maar om.”
De zuster druipt af en Kitty loopt met een lachende vrouw naar haar kamer.
“Wat voor werk doe je?” vraagt Kitty aan een andere vrouw.
“Ik zit,” zegt de vrouw. “De hele dag.”
“Dan ben je professioneel zitster,” zegt Kitty.
“Dat zeg je mooi,” zegt de vrouw. “Ja, ik heb er voor doorgeleerd en nu ben ik koppie koppie. Ik zit hier alleen wel alsof ik in de hoek ben gezet.”
“Hier kom je het mooist tot zijn recht,” zegt Kitty. “Ik ben onder de indruk!”
“Wat is jouw beroep?” vraagt Kitty aan nog een andere vrouw.
“Zwemmen,” zegt ze. “En zingen.”
“Is dat je werk?” vraagt Kitty.
“Daar maak ik me niet druk om,” zegt de vrouw. “Zingen vind ik altijd fijn.”
Kitty zingt met de vrouw en bedankt haar na afloop.
“Alsjeblieft!” zegt de vrouw. Dan zegt ze zacht in zichzelf: “die moeten we houden.”

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *