“Kom maar hoor!” zegt een vrouw tegen Kitty die in de deuropening staat.
“En je hebt een ukelele”, zegt ze.
“Heeft u ook ukelele gespeeld?” vraagt Kitty.
“Ja”, zegt ze en ze herkent de typische stemming van de snaren als ze deze aanslaat.
“Wij maakten thuis allemaal muziek”, zegt ze en er komen tranen in haar ogen. Spelen lukt nu niet meer maar samen zingen wel en Kitty zingt ‘ja zuster nee zuster’ met haar om op te fleuren. Een andere vrouw haakt in.
“Wat zingt u goed!” zegt Kitty. De vrouw lacht. De andere vrouw lacht ook weer.
“Die lach staat u goed”, zegt Kitty tegen haar.
“Daar heb ik ook lang op geoefend”, antwoordt ze.
Een andere vrouw die vroeger journaliste bij een grote krant was, geeft lachend toe dat ze een stoere vrouw is.
“Nu schrijf ik allemaal leuke dingen op de computer”, zegt ze, “maar dat hou ik geheim, in een kast met een slot”.
Een vrouw die alleen op haar kamer zit laat steeds dezelfde klanken horen. Ze knikt als Kitty vraagt of een bezoekje schikt. Kitty zingt ‘twee ogen zo blauw’ en de vrouw zingt zowaar mee, bijna woord voor woord! Ze was vroeger coupeuse en Kitty draait een rondje en vraagt haar mening. De vrouw rukt meteen een knijper van de jurk. Ze lacht om Kitty’s beteuterde gezicht en knijpt Kitty in de neus.
In de woonkamer roept een man: “hè een clown!” als hij Kitty ziet. Hij kijkt haar met grote ogen aan en zegt dan: “je ogen zijn verdronken”.
Je ogen
Bladwijzer de permalink.