“Wat heb je een mooie knot,” zegt de vrouw tegen Kitty. “En een mooie boezem.”
“Eh, bedankt. Je hebt zelf geen knot, toch?” vraagt Kitty.
“Nee,” zegt de vrouw, “mijn moeder had een knot.”
“Voor jou is dat te ouderwets denk ik,” zegt Kitty.
“Ja, mijn vader had ook een knot,” zegt de vrouw.
“Ik heet Kitty,” stelt Kitty zich voor. “En jij?”
“Ik heet ook Kitty,” zegt de vrouw en lacht.
“Wat toevallig, mijn konijn heet óók Kitty.”
“Nee,” zegt de vrouw. “Die heet Ron. Mijn man heet Kitty.”
Aan tafel zit een vrouw met een sapje.
“Het is niet veel,” zegt de vrouw. “Ik zet het hier neer en dan weer daar. En het is zó op.”
“Als het daar staat kunnen we een liedje zingen,” zegt Kitty.
Na het liedje zegt de vrouw: “dat is uit de oorlog.”
“Dat klopt. Was jij daarbij?” vraagt Kitty.
“Ja,” zegt de vrouw, “maar ik was wel jonger.” Ze wijst naar de man naast haar. “Hij was er ook, maar met een andere leeftijd.”
“Ik weet niet waar jullie het over hebben,” zegt de man, “maar je hebt een mooie neus. Een Moos. Dat is een jood.”
“Je zingt mooi,” zegt Kitty tegen de vrouw. “Misschien word je beroemd!”
De vrouw glimlacht. “Misschien wel ja,” zegt ze.
Ze wendt zich tot de man naast haar en zegt: “ik ben beroemd omdat ik een mooie stem heb.”
“Lekker,” zegt de vrouw tegen Kitty, “straks aan we eten. Misschien moet je dan maar blijven!”
“O, wat krijg ik dan? “vraagt Kitty.
“Alles!” antwoordt de vrouw.
Jonger
Bladwijzer de permalink.