“Geweldig!” zegt de vrouw. “Ik zag je buiten al lopen.”
“Dat klopt,” zegt Kitty. “Je houdt het hier goed in de gaten.”
“Ik zag niks,” zegt de man. “Ik kijk een andere kant uit en kan mijn hoofd niet draaien.”
“Dan lijkt het me goed dat jij de andere kant in de smiezen houdt,” zegt Kitty.
“Geweldig!” zegt de vrouw als de koffie uitgedeeld wordt. “Op een bepaald stukje van de dag is koffie zó lekker!”
Het is even stil als iedereen koffie drinkt.
“Als het niet waait is het stil,” zegt de man. “Zo is het hier ook.”
“Wie zorgt er hier dan voor een frisse wind?” vraagt Kitty.
“Jíj!” zegt de man en hij doet alsof hij ukelele speelt. “En een mooie vrouw.”
“En wie is die mooie vrouw?” vraagt Kitty.
“De buurvrouw,” zegt hij.
Kitty zingt voor de buurvrouw. Dan is haar koffie op.
“Hier!” roept de vrouw. “Koffie!” Maar de kan is leeg.
“Geweldig!” zegt de vrouw. “Er is niet meer. Dat komt wel goed.”
Er wordt meer koffie gehaald. “Geweldig!” zegt de vrouw. “Ik krijg hier altijd twee!”
Op de gang zingt Kitty liedjes met een vrouw. Dan klinkt er gebrom uit een slaapkamer.
“Daar is iemand wakker geworden,” zegt Kitty.
“Omdat we zaten te zingen,” zegt de vrouw.
“Dan moet ik even kijken of het wel goed is,” zegt Kitty.
In de slaapkamer geeft Kitty de brommende vrouw een hand. De vrouw kriebelt met haar vingers over de muis van Kitty’s hand.
“Wat vriendelijk,” zegt Kitty. “Dan speel ik voor jou ook een liedje!”
De vrouw luistert met twinkelende ogen. Ze bromt niet meer.
“Wil je ook een knuffel?” vraagt Kitty en meteen spreidt de vrouw haar armen.
“Ging het goed?” vraagt de vrouw op de gang. “Ja? Dat dacht ik wel.”
Komt goed!
Bladwijzer de permalink.