“Wegwezen!” roept een vrouw met een grote armzwaai als ze Kitty in de deuropening ziet.
Kitty duikt achter de deur en gluurt even later weer naar de vrouw. Nu wenkt ze en Kitty gaat tegenover haar zitten.
“Wegwezen!” roept de vrouw weer, en haar hand schiet rakelings langs Kitty’s gezicht.
“Jij niet hoor,” zegt de vrouw glimlachend en ze legt haar handen op Kitty’s wangen. “Maar die anderen, die zijn in de penarie!” zegt ze fel.
“Komen ze ook weer uit de penarie?” vraagt Kitty.
“Daar blijven ze voor de rest van hun leven,” zegt de vrouw.
Dan ziet ze Kitty’s konijn.
“Hè, die heb ik ook,” zegt ze. “Maar mijn hond is groter.”
Kitty geeft het konijn aan de vrouw. Ze bestudeert het konijn aan alle kanten.
“Stilzitten!” roept ze dan vinnig tegen het konijn.
“Ja,” zegt Kitty, “je moet er wel wat van zeggen want anders zit ‘ie straks ook in de penarie.”
Een andere vrouw loopt naar Kitty als ze bloemen water geeft.
“Die neus is groot,” zegt ze.
“Als die rijp is, valt ‘ie eraf,” zegt Kitty. “Misschien gaat dat sneller als je me ook wat water geeft?”
“Nou, dan heb ik een hele emmer nodig,” zegt de vrouw.
De man voelt zich niet goed en Kitty slaat een arm om hem heen.
“Konijnen,” zegt de man.
“Hier is het konijn,” zegt Kitty, en geeft het beest aan de man.
Verbaasd kijkt de man naar het konijn.
“Die komen elke dag om kwart over twaalf!” zegt hij enthousiast. “Als de kinderen hier zijn, want die vinden dat leuk!”
Penarie
Bladwijzer de permalink.