Kitty zit op de rand van het bed van de vrouw.
De vrouw is onrustig, klapt in haar handen en maakt luide klanken.
Kitty klapt met haar mee in de maat.
“We maken muziek,” zegt Kitty. “En speciaal voor jou speel ik ‘Twee ogen zo blauw’.”
Als Kitty speelt luistert de vrouw stil. Na het liedje klapt ze weer in haar handen en kijkt Kitty glimlachend aan.
“Jouw ogen, daar ging het liedje over,” zegt Kitty. De vbrouw aait zacht over Kitty’s arm en gaat dan weer door met klappen en roepen.
Een andere vrouw laat Kitty een geborduurd schilderij van het Laatste Avondmaal zien.
“Ik heb ook veel gehandwerkt,” zegt de vrouw, “maar dit heeft mijn moeder gemaakt.”
“Wat staat erop?” vraagt Kitty.
“Het zijn twee groepen. Ze zijn het niet met elkaar eens,” zegt ze. “En die in het midden is de baas.”
“Ze zitten er rommelig bij,” zegt Kitty. “Hebben ze problemen?”
“Ze zitten te hassewassen,” zegt de vrouw. “Het is er heel ongezellig.”
“Er is ook een tafel met eten,” zegt Kitty.
“Die is langdradig,” zegt de vrouw en wijst langs de hele breedte van de tafel.
“Inderdaad,” zegt Kitty, “iedereen zit naast elkaar in plaats van in een kring.”
“Het is ook geen club. Het is een vergadering,” zegt de vrouw.
“Daarom lacht niemand,” zegt Kitty.
“Af en toe krijgen ze wel de slappe lach,” zegt de vrouw lachend.
Dan laat de vrouw Kitty uit. “Ik vond het zo leuk dat je er was!” zegt ze.
Laatste avondmaal
Bladwijzer de permalink.