Kitty zingt een liedje met een vrouw als opeens haar dochter komt.
Ontroerd valt de dochter de vrouw in de armen.
“Wat heb jij een lieve dochter,” zegt Kitty.
“Ik heb een verdrietige dochter,” zegt de vrouw.
“Wat mooi,” zegt de vrouw tegenover haar. “Mijn zoon vergeet dat wel eens.”
“Knuffelen? Dan knuffel ik jou toch,” zegt Kitty.
“Ja,” zegt de vrouw, “maar niet zoveel als bij haar. Twee is genoeg. De thee is zo klaar.”
“Wat gezellig,” zegt Kitty, “heb je verschillende soorten?”
“Ja,” zegt ze, “maar ik weet niet welke.”
“Apenthee?” vraagt Kitty. “Dat is met bananensmaak.”
“Haringthee,” zegt de vrouw. “Dat is heerlijk.”
Kitty loopt de kamer van een vrouw binnen.
“Daar hebben we de koningin,” zegt ze vrolijk.
“De ene koningin op bezoek bij de andere,” zegt Kitty.
“Ik niet,” zegt de vrouw. “Ik ben schooljuffrouw. Ik leer kinderen lezen.”
“Dat is erg belangrijk,” zegt Kitty, “en het is een hele drukte.”
“In het begin niet,” zegt de vrouw. “Toen waren er nog weinig mensen. Je had eerst één man en één vrouw. Die kregen kinderen. Later werden het steeds meer.”
“Eerst had je dieren,” zegt Kitty. “Leerde je die ook lezen?”
“Nee,” zegt de vrouw. “Dieren gaan niet naar school. Die zitten in de dierentuin. Ze kunnen wel geluiden maken, maar geen verhaaltjes vertellen.”
“Goh,” zegt Kitty, “je zou schooljuffrouw moeten worden. Wat heb ik veel geleerd van jou.”
“O nee,” zegt de vrouw, “dat was vroeger. Ik ben nu drieënnegentig!”
Lekkere thee
Bladwijzer de permalink.