Lieve moeder


“Ik heb veertien kinderen,” zegt de vrouw als ze wakker wordt.
“Goh ik heb nog nooit iemand ontmoet die er zoveel heeft,” zegt Kitty.
“God wilde dat,” zegt de vrouw.
“God vond vast dat je een lieve moeder bent,” zegt Kitty.
De vrouw haalt haar schouders op.
“Woon jij alleen?” vraagt ze dan.
“Ik woon samen met dit dier,” zegt Kitty en zet haar konijn bij de vrouw op schoot.
“Bah!” zegt de vrouw. “Daar ben ik een beetje bang van.”
Kitty laat het konijn de hand van de vrouw kussen. De vrouw doet alsof ze het eng vindt en begint dan te lachen. Dan kijkt ze Kitty ernstig aan.
“Woon je wel in een gewóón huis?” vraagt ze.
“Jazeker,” zegt Kitty. “Met een dak en een deur.”
“O gelukkig!” zegt de vrouw.
“Waar ben jij er één van?” vraagt een andere vrouw.
“Van de timmerman,” zegt Kitty. “Die kan goed hameren op zijn spijkers.”
“Dat kan ik ook!” zegt de vrouw. Ze begint luchtorgel te spelen: het ‘Wilhelmus’.
“Mijn zus had ook zo’n gitaar,” zegt de vrouw als ze de ukelele van Kitty ziet. “Maar mijn moeder was niet getrouwd toen ze onderweg was. Dat mag je niemand vertellen hoor!”
“Dat is ons geheim,” zegt Kitty. “Ik vertel het niemand.”
“We kregen altijd een kus,” zegt de vrouw. “We kregen héél veel kussen. En mijn zus speelde gitaar.”
“Wat is dat een lieve moeder,” zegt Kitty met een diepe zucht.
Kitty zet het lied ‘o was ik maar bij moeder thuis gebleven’ in en zingt samen met de vrouw.
“In dit dorp kun je daar niet over praten,” zegt de vrouw. “Maar mijn moeder hield van ons allemaal!” En ze drukt Kitty tegen zich aan.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *