Modellen

Op een kapotte bank zit een man die vaak woedeaanvallen heeft.
“Die is kapot,” wijst Kitty.
“O ja?” zegt de man, “hij is wel stevig.”
Kitty gaat naast hem zitten en schetst een portretje van de man. Hij zit er ontspannen bij.
“Wie is dat?” vraagt de man.
“Het is een oude man,” zegt Kitty.
De man bekijkt de schets wat grondiger.
“Ik ben ook een oude man,” zegt de man. “Dat ben ik!”
Kitty geeft de man een paar stiften om kleur in de tekening aan te brengen.
Aarzelend gaat hij te werk op de tekening.
Hij wil er ook nog zijn naam er op zetten.
“Nee, dat is niet goed,” zegt hij wanneer hij het leest.
“Ik ga even staan,” zegt de man en loopt naar het raam. Buiten staan de koeien in de wei.
“Pas je op die koeien?” vraagt Kitty.
“Daar hoort eigenlijk een meisje of een vrouw,” zegt de man.
“Misschien staat ze er alleen als het mooi weer is,” zegt Kitty.
De man wijst naar de lucht.
“Helemaal wit,” zegt de man. “Dan komt er vorst aan.”
De vrouw in een andere woning wil ook poseren.
“Vind je het vervelend dat ik je zo bekijk?” vraagt Kitty.
“Nee dat mag,” zegt de vrouw.
“Het is een stille vrouw,” zegt ze als ze later de schets bekijkt.
“Jouw kamer is ook lekker stil,” zegt Kitty.
“Dat is fijn met de ruimte,” zegt de vrouw.
“We kunnen wel even wat lawaai maken,” zegt Kitty. “Dan zingen we een liedje.”
“Mooi hoor,” zegt de vrouw instemmend en zachtjes zingt ze mee.
“Jij bent mooi hoor,” zegt de vrouw bij het handenschudden ten afscheid. “Doe maar goed je best!”