Naar Utrecht


Kitty zingt lang zal ze leven voor een vrouw die niet jarig is. Na afloop applaudisseert ze.
“Wat klap je mooi in de maat,” zegt Kitty. “Doe je dat vaker?”
“Dat heb ik vroeger gedaan,” zegt ze, “maar dat is lang geleden. En ik ben niet jarig, dat is bijna.”
Haar man komt binnen, gesteund door een wandelstok.
“Wat een mooie balk,” zegt de vrouw.
“Die hele man ziet er goed uit,” zegt Kitty.
“Dat is mijn man,” zegt de vrouw. “Altijd al.”
“Heeft hij ook een mannennaam?” vraagt Kitty.
“Een hele mooie,” zegt de vrouw, “en daar is hij heel trots op.”
“Ik ga op vakantie,” zegt een andere vrouw tegen Kitty.
“Leuk,” zegt Kitty, “dan ga ik mee. Waar gaan we naar toe?”
“Naar Utrecht,” zegt de vrouw.
“En gaan we kamperen of is dat te koud?” vraagt Kitty.
“We gaan in een tent met een kacheltje,” zegt de vrouw. “Dat is lekker warm. Ik heb al sinds zaterdag koude voeten.”
Kitty bestelt een paar sokken voor de vrouw.
“Gingen we maar naar Italië,” zegt de vrouw. “Ik heb tien cent. Maar dan doe ik dít,” en de vrouw zwaait haar armen door de lucht.
“Toveren!” zegt Kitty. “Kun je dat?”
“Ja!” zegt de vrouw.
Kitty sluipt dan omslachtig met wijd gespreide armen naar een vrouw die strak voor zich uit kijkt. Ze ziet Kitty en steekt een hand uit. Maar Kitty omhelst haar en geeft een kus op haar wang. De vrouw begint te lachen.
“Dag, hoe gaat het?” zegt de vrouw. En ze geeft Kitty een knuffel.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *