Neuzen

De vrouw op bed opent haar ogen en kijkt Kitty ingespannen aan.
“Wie ben jij?” vraagt ze.
“Ik ben Kitty,” zegt Kitty, “en ik ga voor je zingen, goed?”
De vrouw blijft stil en knikt dan. Kitty speelt een paar liedjes. Als de liedjes afgelopen zijn, aait de vrouw Kitty zacht over haar wang.
In de woonkamer zit een man voor zich uit te staren. Kitty gaat met het konijn met de clownsneus bij hem zitten.
“Grote neus,” zegt de man en hij pakt een oor van het konijn tussen duim en wijsvinger.
“Heb jij een grote neus?” vraagt Kitty aan de man.
“Ik heb niets,” zegt de man sip.
Kitty legt haar wijsvinger tegen de neus van de man en zegt: “hier zie ik één neus.”
“Ik heb één neus,” zegt de man. Dan richt hij zijn aandacht weer op het konijn.
“Vier neuzen,” zegt de man.
Hij knijpt in elk konijnenpootje en telt: “één neus, twee neuzen, drie neuzen, vier neuzen.”
Op een slaapkamer ligt een vrouw die sinds kort het bed niet meer uit kan.
“Hou je van muziek?” vraagt Kitty.
“Jazeker,” zegt de vrouw glimlachend.
Kitty speelt een liedje en vraagt daarna of ze het kent.
“Jazeker,” zegt de vrouw.
Kitty neemt haar gezicht tussen haar handen en vraagt: “mag ik even aaien?”
“Jazeker,” zegt de vrouw.
Kitty aait haar mooie rimpelloze gezicht.
Dan brengt de zuster soep.
“Ah,” zegt de zuster tegen Kitty, “ze kijkt vrolijk!”