“Ik denk dat ik maar even bij u op schoot kom zitten”, zegt Kitty tegen de vrouw.
“Kom maar, dat is goed” zegt de vrouw.
“Niet te lang”, zegt Kitty, “want dan lijken je benen straks lekke fietsbanden.”
“Ja, je bent best zwaar”, lacht de vrouw, “heb je teveel gesnoept? Mijn moeder koopt nooit snoep”.
“Ik sla het koekje vandaag maar over”, zegt Kitty.
In een rolstoel zit een man die niet praat. Kitty aait hem over zijn arm en de man aait Kitty over de arm. Hij kijkt geïnteresseerd naar de ukelele.
“Voor u ga ik zingen”, zegt Kitty.
Verderop zingen twee vrouwen mee en de man luistert stil.
In de hoek is een man weggedommeld. Hij kijkt verbaast als Kitty aan zijn voeten zit wanneer hij de ogen opent. Hij begint te vertellen over ‘moeten drieten’, ‘niet schieten!’ en de Russen. Kitty is bang dat er iets verdrietigs aan vast zit en zingt een liedje over drieten die niet schieten. Met een hoog stemmetje zingt de man mee over het onderwerp. Dan lacht hij en knijpt in Kitty’s neus.
Kitty geeft de man in de rolstoel een hand. Hij pakt deze.
“Ik ga nu weer weg”, zegt Kitty.
“Nee hoor”, laat de man dan horen, “je blijft hier”.
“Maar ik heb geen bed en geen pyjama”, zegt Kitty, “hoe moet dat nou?”
“Alles is al geregeld”, zegt de man blij.
Niet drieten!
Bladwijzer de permalink.