“Bonjour madame,” zegt de vrouw.
“Heb je in Frankrijk gewoond?” vraagt Kitty.
“Ik heb heel vaak in Frankrijk gewoond,” zegt de vrouw. “Mooie jurk hoor.”
“Maakt deze jurk me niet dik?” Kitty steekt haar buik naar voren.
“Ben je zwanger?” vraagt de vrouw.
“Ben ik zwanger? Hoe? Ik heb alleen een muis.”
De vrouw pakt de muis en knijpt er in. “Piep piep!” Nee, deze piept niet.
“De batterij is leeg,” zegt Kitty.
“O de batterij! Ik heb nog batterijen,” zegt de vrouw en ze loopt weg.
Even later komt ze terug met een pak batterijen. “Hier mag jij er wel één van.”
“Wat een grote! Die past beter in mijn haas,” zegt Kitty.
“Maar, hoe praat een haas. Weet jij dat?” vraagt de vrouw.
“Goedendag!” roept Kitty met een lage stem. “Een haas klinkt als sinterklaas.”
“Nee,” zegt de vrouw. “Een haas líjkt niet op sinterklaas. Het gaat zo: goedendag,” zegt de vrouw met een meisjesstem.
“Ik denk dat je het goed hebt,” zegt Kitty en zingt voor de vrouw een Frans liedje. De vrouw zingt mee.
“Goh, dat ken ik wel,” zegt ze. “Frankrijk is zo mooi!”
Elders ligt een vrouw op bed. “Nnnn, nnnn, nnnn,” zegt ze. Kitty steekt haar handen uit naar de vrouw. De vrouw pakt één hand en streelt over de andere arm. Kitty aait de vrouw over haar hoofd. De vrouw begint Kitty’s hoofd te aaien. Haren, wangen, bril en neus, ze voelt overal aan.
Kitty pakt de ukelele en gaat naast de vrouw op bed liggen. De vrouw lacht. Ze legt haar arm om Kitty heen en kijkt haar in de ogen.
“Haha, rode neus,” zegt de vrouw.
“Knus hè,” zegt Kitty. “Nu nog een lied.”
Liggend bij de vrouw zingt Kitty.
“Dat ken ik,” zegt de vrouw. “Mooi liedje.” Ze streelt weer over Kitty’s arm en klopt dan op de ukelele.
“Nog een lied!” Dit lied zingt de vrouw mee.
De vrouw knijpt zacht in Kitty’s neus. “Te warm,” zegt ze. Kitty worstelt om overeind te komen. De vrouw duwt Kitty tot ze zit.
“Te warm hè?” Kitty wappert een briesje naar de vrouw.
“Haha!” lacht ze.
Niet piepen
Bladwijzer de permalink.