De vrouw moet bijna huilen.
“Ik ben ziek geworden en nu zit ik hier. En ik weet niet waar dit is. Ik weet niks meer,” zegt ze tegen Kitty.
“Je weet vast hoe dit moet,” zegt Kitty. “Twee ogen zo blauw?”
De vrouw begint meteen het lied te zingen. Kitty speelt mee en begint steeds opnieuw want de vrouw kijkt blij als ze zingt.
“Wat ben je mooi,” zegt de vrouw na de zevende keer. “Een dame!”
“Hoor je dat?” zegt Kitty tegen een andere vrouw. “Ze zegt dat ik een dame ben!”
“Als zij het zegt, zal dat wel,” zegt de vrouw gelaten.
“Denk jij iets anders dan?” vraagt Kitty. “Een man soms?”
“Je bent geen man,” zegt de vrouw. “Maar wíl je een man?”
“Nee,” zegt Kitty.
“Dat snap ik wel,” zegt de vrouw.
Er komt nog een vrouw in de woonkamer.
“Jij mag hier zitten,” zegt Kitty. “Bovenop die stoel.”
“Nou nou,” zegt de vrouw, “dat gaat zomaar niet!”
“Deze stoel vindt dat leuk,” zegt Kitty.
“Maar ik wou er ònder gaan zitten,” zegt de vrouw.
“Dat kan niet,” zegt Kitty, “daar zat ik.”
“Mannen hebben stinkende sokken,” zegt Kitty.
“Maar sokken, die moet je met je ogen doen,” zegt de vrouw.
“Niet met je neus?” vraagt Kitty.
“Niet met je neus,” zegt de vrouw, “sokken moeten met je ogen.”
Ogen
Bladwijzer de permalink.