De verpleger voert een vrouw fruit. “Ik wilde de andere vrouw ook fruit geven,” zegt de verpleger, “maar ze wil niet.”
“Geef maar, ik kan dat,” zegt Kitty. “Je moet gewoon eerst vrienden worden, anders wil het niet.”
Kitty begroet de vrouw eerst met een handdruk. De vrouw kijkt voor zich uit. Dan met een handkus en de vrouw kijkt Kitty aan.
“Nu ga ik je nog meer kusjes geven,” zegt Kitty en overlaadt het gezicht van de vrouw met klapzoenen. “En nu zijn we vrienden.”
De vrouw knikt. En hapt de lepel fruit naar binnen.
Met een andere vrouw zingt Kitty liedjes.
“Práchtige versies,” zegt de vrouw. “En díe kent ze niet,” zegt ze wijzend naar de verpleger. “En wij wel. En wij kennen elkaar al heel lang.”
De vrouw begint dan een lied dat Kitty niet kent, over ‘súker op de sigaar’.
“Wat is dat voor gek lied?” vraagt Kitty.
“De meisjes zeiden, juffrouw mogen we voor u zingen,” verteld de vrouw. “Nou dat mocht natuurlijk. En toen zongen ze dat. Maar het gaat niet over een sigaar!” De vrouw kijkt Kitty heel geschokt aan.
“Want,” vervolgt ze wijzend naar de verpleger zijn broek, “het gaat over wat hij daarbinnen heeft!” Kitty en de vrouw lachen hard om het verhaal en Kitty geeft haar een knuffel.
“Och je bent zo’n lieverd,” zegt de vrouw.
Op de gang ontmoet Kitty een man die met een kinderwagen wandelt. Hij probeert de deur met cijferslot open te maken.
“Heb jij de sleutel?” vraagt de man.
“Nee, die ben ik kwijt,” zegt Kitty. “Maar o, heb je twéé baby’s!”
“Ja,” zegt de man, “twee flinke jongens.” Hij geeft Kitty een tik op de bips. “En met jou wil ik ook wel twee baby’s!”
Ondeugend
Bladwijzer de permalink.