Oog om oor

Kitty pakt de hand van de vrouw met de gelakte nagels.
“Wat is dat mooi,” zegt Kitty als ze de nagels van de vrouw bestudeert.
De vrouw kijkt glimlachend naar haar hand en zegt: “vier en vijf.” “Of zes,” fluistert ze.
Kitty zing ‘Twee ogen zo blauw’ voor de vrouw.
“Vier en vijf en blauw,” zegt de vrouw na afloop.
Kitty geeft de vrouw in elke hand een bal.
“Eén en twee,” zegt Kitty.
“Vier en vijf,” zegt de vrouw weer.
Een hele poos later legt ze de ballen op tafel met een flinke ruimte ertussen.
“De aarde en de maan,” zegt ze dan.
Een ander vrouw kijkt Kitty geconcentreerd aan. Dan zet ze haar bril af. Kitty zet ook haar bril af en komt met haar gezicht heel dicht bij de vrouw.
“Eh, nee,” zegt ze dan, “ik heb jou nog nooit gezien.”
Een man steekt zijn pink in z’n oor.
“Hier komt soms spul uit,” zegt hij. “Dat is geel. Het gaat beter met de achterkant van een lepeltje. Probeer het maar!”
“Waar komt dat dan vandaan?” vraagt Kitty aan de man.
“O dat weet ik niet. Maar als ik het niet doe word ik doof. Vroeger deed mijn moeder het bij mij.”
“En je neus,” vraagt Kitty, “komt daar ook iets geels uit?”
“Nee,” zegt de man, “dat is rood. En dan komt de dokter.”
Als Kitty afscheid neemt, vraagt de man, “kom je weer over een jaar? De vorige keer duurde het een jaar voor je er weer was.”