Impressie van een bezoek van contactclown Kitty aan ouderen met dementie in een verpleeghuis.
Een vrouw loopt met een rollator.
“Ik kan er wel op zitten,” zegt Kitty. “Dan kun je mij duwen.”
“Je mag er niet op!” zegt de vrouw.
“Dan ga jij er op en dan duw ik jou,” zegt Kitty.
“Nee hoor,” zegt de vrouw, “dit karretje is véél te snel.”
“Heb je ‘m opgevoerd?’ vraagt Kitty.
“Jazeker,” zegt de vrouw, “ik ben een rijke vrouw. En ik heb een chauffeur.”
“O wat deftig,” zegt Kitty.
De vrouw glimlacht. “Het is mijn zoon,” zegt ze.
Kitty loopt naar een boze man. “Mijn riem is gestolen!” roept hij.
“O jee, wat is er gebeurd?” vraagt Kitty.
“Mijn hele broek was nat tot de sokken,” zegt de man. “Nu heb ik dit aan zónder riem.”
“Ik heb óók geen riem,” zegt Kitty. “Maar wel een lied.”
Kitty zingt ‘op de grote stille heide’ met de man.
Daarna verteld hij: “ik weet nog dat ik ook op de heide was. Die was zestig centimeter en ik lag er in. Toen kwam die Duitser en hij schopte: bám, tegen mijn zij.”
“Wat een akelige man!” zegt Kitty.
“Een vreselijke soldaat,” zegt de man. “Maar mijn tante woonde daar en die pakte een dikke stam brandhout. Ze sloeg hem daarmee van me af.”
“Zo’n tante heeft ook een lied verdient,” zegt Kitty en speelt er nog één.
De man glimlacht. “Weet je waar ik van hou? Katjes! Ik heb er twee in mijn kamer.”
“Ik heb er maar één gezien,” zegt Kitty.
“Die grijze zeker,” zegt de man. “Ik heb ook nog een rood-wit-blauwe met knopen.”
“Dat zijn de liefste,” zegt Kitty.
Op de hei
Bladwijzer de permalink.