Opvrolijken

image
De vrouw loopt heen en weer door de gang op zoek naar haar ouders.
“Mag ik met je mee?” vraagt Kitty.
“En zingen?” vraagt de vrouw.
Samen zingend lopen Kitty en de vrouw door de gang. Die loopt dood.
“Hier is het niet,” zegt de vrouw.
“Dan gaan we zingend de andere kant op,” zegt Kitty en de vrouw moet lachen.
Aan het andere eind zegt de vrouw: “nu moet ik naar huis. Tot ziens!”
In de hal zit een vrouw op een stoel.
Wat ben je mooi, wat kom je doen? vraagt ze.
Ik kom op bezoek, zegt Kitty. Woon je hier?
Ik zit opgesloten, zegt de vrouw. Maar het is leuk werk want de mensen zijn allemaal aardig. En kom jij de mensen hier een beetje opvrolijken?
Daar in de kamer zitten meer mensen, zegt Kitty. Ga je met me mee om die op te vrolijken?
Kitty en de vrouw gaan de woonkamer in waar de andere bewoners zitten. Samen met de vrouw zingt Kitty liedjes voor ze.
Een man fluit dan een vrolijk wijsje.
Ben je een vreemde vogel? vraagt Kitty aan de man.
Een vreemde vogel ja, zegt hij lachend, maar ik vlieg niet meer.
Ik vond het heel mooi, zegt Kitty tegen de man. En jij zingt prachtig, zegt Kitty tegen de vrouw.
Dat zeg ik niet, zegt de vrouw. Dat is, hoe zeg je dat? Hoog in de bol.
Maar ík zei het, zegt Kitty, mag dat niet?
Oh ja! zegt de vrouw, dat vind ik leuk!

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *