“Welk liedje gaan we samen zingen?” vraagt Kitty aan de man.
“Ga ik zingen? Dat wordt verschrikkelijk!” zegt de man.
“Ik denk dat het wel lukt,” zegt Kitty. “Bedenk jij welk liedje je leuk vindt.”
“‘Ouwe taaie laat je broek maar waaie,’ dat is leuk,” zegt de man.
“Die ken ik nog niet!” zegt Kitty.
“Iedereen kent dat,” zegt de man.
“Het komt me wel bekend voor,” zegt een andere man. De vrouw ernaast knikt instemmend.
“We doen nu een andere,” zegt Kitty, “en ouwe taaie ga ik leren voor de volgende keer.”
Bij de buren vertelt Kitty dat ze ‘ouwe taaie’ wil leren en vraagt of ze weten hoe dat moet.
“Kom er maar bij,” zegt een vrouw.
“Zitten of staan?” vraagt Kitty.
“Staan,” zegt een andere vrouw. Kitty gaat op de stoel staan.
“Oh dát mag niet!” roepen de vrouwen.
“Ik dacht dat ik moest staan,” zegt Kitty. “Dan toch zitten. Dom zeg, en dan ken ik ouwe taaie ook niet…”
Met z’n allen zingen de drie vrouwen: ‘ouwe taaie, jippie jippie jee’.
“Hè? Dat is een ander lied,” zegt Kitty. “Ik bedoelde ‘ouwe taaie laat je broek maar waaie’.”
De vrouwen moeten lachen.
“Dat is niet zo netjes,” zegt een vrouw. “Dat doen we hier niet.”
“Als ik het nu verprutst heb stuur je me maar weg,” zegt Kitty schuldbewust.
“Dat zeg ik niet lieverd!” zegt de vrouw. “Het is juist zo gezellig.”
Ouwe taaie
Bladwijzer de permalink.