Pap

De man zit aan tafel achter een kom pap.
“Eet smakelijk,” zegt Kitty.
“Dit is niet van mij,” zegt de man. “Dit is iets heel bijzonders,” zegt hij en draait de kom een kwart slag.
Kitty legt de ukelele op tafel.
De man kijkt er naar. “Dat is iets moois,” zegt hij.
“Ik zal er op spelen voor jou,” zegt Kitty en speelt voor de man.
“Vond je dat mooi?” vraagt Kitty.
“Mooi,” zegt de man. “Nou dat weet ik niet.”
Een andere man zit ook achter een kom pap. Hij roert er in met zijn lepel.
“Ben je specie aan het mengen?” vraagt Kitty.
De man glimlacht vriendelijk en knikt.
Kitty schetst een portretje van de man en laat af en toe zien hoe het vordert. De man glimlacht en knikt. Een andere man komt aanlopen en kijkt ook eens.
“Dat kan beter,” zegt de man en loopt weer weg.
Kitty schetst nog even verder en laat het portret aan de man met pap zien als het af is.
De man bestudeert de tekening en glimlacht weer. De andere man komt ook weer kijken.
“Wat mooi!” roept hij. “Het is hem!” Hij wijst naar de man met pap.
“Dit is schílderend mooi,” zegt hij en zet de tekening rechtop tegen een kopje.
“Zo moet dat,” zegt hij tevreden.
“Bah,” zegt de man met pap.